Zacht als een fallout
strekt een winters landschap
zich schitterend uiteen
Een stroom van witte woorden
breekt onder het zwarte ijs
En in de verte zwijgt een bunker
zich vol met echo’s
van het ontbrekend handgemeen
Op de trap naar beneden
een doosje,
achtergelaten
nieuwstaat;
’t is slechts het zegel dat verdween
De aangebroken verpakking
neemt zich voor
nooit de bodem te bereiken
en schijnbaar ongedwongen
glimlacht charmant
de strik om haar nek.